Klooster met kapel en College met gymnasium en HBS in opdracht van de Orde van het Heilig Kruis in Nederland, afd. Amersfoort en de Onderwijsstichting van het Heilig Kruis te St. Agatha. Voormalige naam: het Constantinianum.
Daam Fockemalaan 10-12 Amersfoort
1952-1957
In 2007 opgenomen in de lijst met 100 top-monumenten uit de wederopbouwperiode 1945-1958
Rijksmonument sinds 2010
In 1999 hebben de Kruisheren het klooster verkocht aan ROC ASA.
Huidige functie klooster: Leerhotel Het Klooster MBO Amersfoort (Hotelschool)
Huidige functie college: Het Nieuwe Eemland, school voor gymnasium, VWO, HAVO en MAVO.
De geschiedenis van de Kruisheren gaat terug tot de 13e eeuw wanneer in de buurt van Luik de Orde van het Heilig Kruis wordt gesticht. Deze orde, kortweg de Kruisheren genoemd, stichtte in de loop der eeuwen verschillende kloosters in West-Europa. Nadat er door de Franse Revolutie, de Reformatie en Napoleon veel kloosters waren verdwenen nam vanaf halverwege de 19e eeuw het aantal kloosters weer toe, nu ook in Noord-Amerika. De Kruisheren verkregen ook missiegebieden in Afrika (Belgisch Congo), Azië en Latijns-Amerika. Begin jaren zestig begon het aantal kloosterroepingen echter drastisch terug te lopen waardoor er momenteel nog slechts twee kloostergemeenschappen van de Kruisheren in Nederland zijn, een in Uden en een in Sint Agatha. Nog altijd zijn de belangrijkste kenmerken van de Kruisheren enerzijds het naar binnen gekeerde gebedsleven in een gesloten gemeenschap, anderzijds de naar buiten gekeerde zorg voor medemensen, vaak in de vorm van onderwijs en maatschappelijk werk.
Tussen 1952 en 1957 werd in Amersfoort het Kruisherenklooster met kerk en het bijbehorende college gebouwd. Het klooster kreeg de naam van haar beschermheilige Sint Helena die volgens de overlevering het Heilig Kruis terugvond waaraan Jezus gestorven was. Zij was de moeder van de Romeinse keizer Constantijn de Grote waarnaar het college werd vernoemd. Klooster en college samen vormden het ‘Constantinianum’.
De Kruisheren vestigden zich in 1947 in Amersfoort om rooms-katholiek onderwijs te gaan verzorgen zoals ze dat enkele jaren daarvoor ook al in Bussum hadden gedaan. Ze namen hun intrek in villa Vleugelslag aan de Laan 1914 nummer 5. In een noodlokaaltje achter deze villa richtten zij een klein gymnasium op dat toen al de naam ‘Constantinianum’ kreeg. In 1949 werd er een tweede noodlokaal bijgebouwd voor de inmiddels 136 leerlingen uit Amersfoort en omgeving. Het aantal leerlingen bleef toenemen en de Kruisheren wilden af van de vrij primitieve noodlokalen. In 1950 kochten zij een 6 hectare groot terrein op het topje van de Amersfoortse Berg aan de Daam Fockemalaan voor hun nieuw te bouwen klooster en college. In 1952 werden de fundamenten gelegd van dit monumentale complex dat in fasen gebouwd werd. Tot ‘bouwpastoor’ werd benoemd rector Louis L. Nollet van de Kruisheren. Hoofdaannemer was de Fa. G.J. Wortel te Tilburg. Op 9 oktober 1953 werd aan de voet van de toren officieel de eerste steen gelegd door Mgr. Wilhelmus van Hees, Magister Generaal van de Orde van het Heilig Kruis. Daarbij werd ook een loden koker ingemetseld met daarin een oorkonde en enkele muntstukken.
Het hele complex omvatte een klooster, gebouwd in carré-vorm met de kerk aan de zuidzijde, dan het gastenverblijf met de aula, gymnastiek- en tekenlokalen, en tenslotte de eigenlijke school met twee grote sportvelden. In de plannen was rekening gehouden met de bouw van een internaat maar dat is er uiteindelijk niet gekomen. Van klooster naar school moest een hoogteverschil van 9 meter overbrugd worden waardoor de gebouwen trapsgewijze tegen de heuvelhelling gebouwd werden. De 52 meter hoge toren springt het meest in het oog. Deze toren bevatte een groot waterreservoir om dienst te doen voor de watervoorziening. Het gebied waarop het klooster gebouwd werd lag in die tijd ver buiten Amersfoort en er was nog geen waterleiding aangelegd. De gemeente wilde ook niet meewerken bij de aanleg hiervan omdat dat ze dat te kostbaar vonden. Door een eigen bron te slaan en het water op te vangen in het reservoir was het probleem opgelost. Het totale complex had oorspronkelijk een lengte van 176 meter. Bij de bouw werd 12.000 m3 grond verzet, 3000 m3 beton gestort en zijn er 4.000.000 bakstenen gemetseld. De riolering had een lengte van 2.000 meter, er waren 800 ramen en deuren, er was 8000 m2 vloerbedekking nodig en de schilders gebruikten 26.000 kg verf.
In 1954 kon het gymnasium al in gebruik genomen worden. Vervolgens werd op 25 april 1956 de kerk ingewijd door de Aartsbisschop van Utrecht, Mgr. Alfrink. Een dag later werd het college officieel geopend door de staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mej. dr. A. de Waal. De HBS werd in 1957 in gebruik genomen. De beide scholen waren alleen toegankelijk voor jongens. In het kader van de 1 % regeling werd bij de school het beeldhouwwerk ‘Sportgroep’ van Wim Harzing geplaatst. Van zijn hand zijn hand zijn ook de grote gevelstenen op de doorgang naar de school, voorstellende Sint Helena en Constantijn. Glazenier Victor van Mil maakte in een van de ramen van het college een glas-in-loodvenster voorstellende Constantijn de Grote te paard.
De architectuur van het gebouw is geïnspireerd door het traditionalisme van de Delftse School. In een interview uit 1956 zegt Jos Schijvens hier zelf over: “Ik had de opdracht een klooster met kerk en school te bouwen en in die opdracht zat de vormgeving reeds gedeeltelijk opgesloten. Waar ik in een bouwwerk de sfeer van de Orde dien te beklemtonen, zou het tegenstrijdig zijn een progressieve, moderne vormgeving na te streven. Zo is de klassieke kloostervorm ontstaan zoals men die in het zuiden, in Italië, nog kan vinden: de ponthof”. En in hetzelfde interview benadrukt hij nog dat wie hem van Byzantijnse invloed wil beschuldigen, de plank mis slaat: “er zit niets Byzantijns aan, eerder zou men kunnen spreken van een Romaans basiliek-element.”
In de loop der jaren zijn er diverse malen uitbreidingen gedaan aan het college. Ook in het klooster zijn sinds het vertrek van de Kruisheren in 1999 enkele verbouwingen en aanpassingen uitgevoerd. Oorspronkelijk hadden klooster en college een verbinding met elkaar, sinds het twee afzonderlijke scholen zijn is deze dicht gemaakt.